Voor het opnemen van vakantiedagen aan het einde van een dienstverband gelden eigenlijk dezelfde regels als die gelden tijdens het dienstverband. Dat betekent dat een werkgever het verzoek van de werknemer om vakantiedagen op te nemen in principe goed moet keuren, tenzij hij hele goede redenen heeft om dat niet te doen. Dan mag hij de verlofaanvraag weigeren, bijvoorbeeld als het belangrijk is dat hij zijn werk overdraagt of dat hij een bepaald project afrondt.
Wanneer is de reden van de werkgever belangrijk genoeg?
Of de reden van de werkgever belangrijk genoeg is, hangt ook af van de reden van de werknemer om wel al zijn vakantiedagen op te willen nemen. Als de werknemer bijvoorbeeld in het buitenland gaat werken en wonen, dan zal hij nog van alles moeten regelen, waar hij (vrije) tijd voor nodig heeft. De belangen van werkgever en werknemer moeten dus tegen elkaar worden afgewogen.
Staat in de arbeidsovereenkomst of een arbeidsvoorwaardenreglement bijvoorbeeld dat de werknemer niet meer dan drie weken achtereenvolgens op mag nemen, dan kan een werkgever zich daar in principe op beroepen, maar dat moet dan wel redelijk zijn. Als voor de werknemer in feite geen werkzaamheden meer voorhanden zijn, dan mag je hem daar niet aan houden.
Bron: XpertHR